Veelgestelde vragen

vragen

Alle antwoorden

Veelgestelde vragen

Postmortale zorg omvat alle zorg aan het lichaam van de overledene na overlijden. Het omvat de restauratie en reparatie van het lichaam, zoals het verwijderen van pacemakers of infusen en het hechten van operatiewonden, ingrepen door pathologen of donatie-artsen, koelen van het lichaam ter conservering, lichte balseming tot en met het wassen, kleden en opmaken van het lichaam, in voorbereiding voor de uitvaart. Mortuariumzorg is de postmortale zorg die verleend wordt in een ziekenhuis- of politiemortuarium.

Uitvaartzorg is een breder begrip dat naast postmortale zorg ook de ceremoniële dienstverlening rond de uitvaart en de lijkbezorging in het crematorium en op de begraafplaats omvat.

Na het overlijden wordt het lichaam naar het mortuarium van het ziekenhuis gebracht. Het verplegend personeel of de mortuariumbeheerder verwijdert de eventuele medische hulpmiddelen (zoals infusen, katheters, stoma etc.) en verzorgt de eventuele wonden. Deze ‘noodzakelijke handelingen’ vergoedt de zorginstelling.
Verpleeghuizen en woonzorgcentra hebben meestal geen mortuarium. De overledene blijft op zijn kamer en de familie besluit waar hij naartoe zal worden gebracht. De verzorgende verricht de noodzakelijk handelingen (zoals hierboven omschreven) en de daaraan verbonden kosten komen voor rekening van de zorginstelling.
Daarnaast wordt gecontroleerd in het donorregister of de overledene organen of weefsels wilde doneren. Als dat het geval is worden nabestaanden om toestemming gevraagd. Dat geldt ook in het geval van obductie. De kosten die hiervoor worden gemaakt komen voor rekening van de zorginstelling.

Nabestaanden kunnen de mortuariumbeheerder of de verzorgende vragen om de overledene te wassen, te kleden, op te baren of rouwbezoek mogelijk te maken. Deze verrichtingen worden wenselijke zorg genoemd. Zij komen voor rekening van de nabestaanden.

De medewerkers van de zorginstelling overhandigen de eventuele persoonlijke bezittingen aan de nabestaanden of aan hun uitvaartverzorger. Zij informeren nabestaanden over de verdere gang van zaken.

Nabestaanden zijn altijd vrij in hun keuze voor een uitvaartverzorger; de mortuariumbeheerder en medewerkers van de zorginstelling mogen hierover niet adviseren! Indien het mortuarium wordt beheerd door een uitvaartondernemer mag deze niet actief acquireren voor de opdracht voor het verzorgen van de uitvaart.

Noodzakelijke handelingen die de zorginstelling meteen na overlijden moet (laten) uitvoeren zijn vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA). Zij omvatten:

  • De schouw;
  • Invullen Verklaring van Overlijden (juridisch) en B-formulier (ten behoeve van het CBS);
  • Een laatste gesprek door de behandelend arts met de nabestaanden waarin toestemming wordt gevraagd voor donatie en/of obductie;
  • Raadplegen donorregister en invullen donatieformulier (ook indien geen donatie);
  • Het gereed maken van de overledene door de verpleging zodat er door de nabestaanden op een respectvolle manier afscheid genomen kan worden / voor een laatste bezoek op de afdeling door de nabestaanden. Dit houdt in, het voorlopig sluiten van de ogen en de mond, het verwijderen van bloed en braaksel, het inbrengen van de gebitsprothese, katheterzak verwijderen en het loskoppelen van apparatuur;
  • Nabestaanden informeren over de gang van zaken. Indien gewenst kunnen de nabestaanden aanwezig zijn of helpen met de laatste verzorging van de overledene;
  • Nabestaanden op de afdeling de gelegenheid geven afscheid te nemen;
  • Persoonlijke bezittingen overdragen aan de nabestaanden;
  • Identificatiemateriaal op het lichaam van de overledene aanbrengen (b.v. patiëntensticker, polsbandje);
  • Overledene gereed maken voor verder transport;
  • Overledene overbrengen naar daarvoor bestemde ruimte (mortuarium);
  • Infuuslijnen verwijderen;
  • Katheter en stoma verwijderen;
  • Openingen en incisies sluiten;
  • Bij donatie:
    • z.s.m. koelen
    • Identificatie lichaam voor donatie
    • Uitname weefsels en organen
    • Afplakken donatiewonden
    • Minimaliseren donatiesporen
  • Bij obductie:
    • z.s.m. koelen
    • Identificatie lichaam voor obductie
    • Uitvoeren obductie volgens aanvraag
    • Afplakken obductiewonden
    • Minimaliseren obductiesporen

Bij een langer verblijf in het mortuarium door obductie (op verzoek van de arts) of donatie van organen of weefsels worden de langere verblijfstijd en de kosten voor koeling van het lichaam en verblijf in het mortuarium in rekening gebracht bij de zorginstelling.

Bij een langer verblijf (dan de 3 uur na afronding donatie) in het mortuarium voor donatie van organen of weefsels worden de langere verblijfstijd en de kosten voor koeling van het lichaam en verblijf in het mortuarium in rekening gebracht.

De extra kosten voor het gekoeld bewaren van een overledene die voor obductie gaat worden niet door alle ziekenhuizen vergoed.

Wat is ‘wenselijke zorg’?
Wenselijke zorg wordt verleend in opdracht van nabestaanden en is ook voor hun rekening. Wenselijke zorg omvat onder meer de volgende handelingen:

  • Het gebruiken van de mortuariumfaciliteiten door de rouwvervoerder, de uitvaartondernemer en/of de familie voor de zorg aan de overledene.
  • Het wassen van de overledene;
  • Haarverzorging evt. uitgebreid met specifieke wensen als knippen, krullen, watergolven, verven of verplaatsen;
  • Scheren;
  • Verzorging handen en nagels;
  • Lichte balseming (thanatopraxie)
  • Kleden;
  • Het verwijderen van een geïmplanteerd medisch hulpmiddel zoals een pacemaker, ICD of medicijnpomp;
  • Opbaren en faciliteren rouwbezoek;
  • Faciliteren rituele wassing, etc.

Nabestaanden bepalen wie de zorg verleent aan de overledene. Zij kunnen die zorg zelf verlenen of laten uitvoeren door medewerkers van het verpleeghuis of het mortuarium of door de uitvaartverzorger die zij hebben gekozen.

Uit onderzoek over omgaan met verlies na een overlijden blijkt dat een heel belangrijke eerste fase bij het rouwen is om te beseffen dat de dierbare werkelijk overleden is. Daarom helpt het – zeker bij een onverwacht overlijden – om de overledene nog te zien. Dit geldt ook als er maar een (klein) gedeelte van de overledene herkenbaar is. Maar ook na een lang ziekbed kan het goed voor de rouwverwerking zijn om de overledene nog één keer (samen) te wassen en kleden.
De uitvaartverzorger of mortuariumbeheerder heeft een belangrijke taak om de nabestaanden hierin te begeleiden en te ondersteunen in het verdriet.
Voor meer informatie: Landelijk Steunpunt Verlies.

Dat beslissen de nabestaanden. De mortuariumbeheerder moet echter binnen drie uur beginnen met het koelen van het lichaam van de overledene, ook als nabestaanden daartoe geen opdracht hebben verleend.

Om hygiënische redenen én ter conservering van het lichaam dient het lichaam uiterlijk binnen drie uur na het tijdstip van overlijden gekoeld te worden. Om die reden hoeft de mortuariumbeheerder geen expliciete opdracht te hebben van de nabestaanden. Deze 3-uurs termijn is vastgesteld door een wetenschappelijke commissie van specialisten en materiedeskundigen.

 

Als de overledene binnen 3 uur na overlijden of bij eerste gelegenheid daarna wordt opgehaald, worden geen kosten voor koeling in rekening gebracht. Wordt een overledene niet binnen 3 uur na overlijden opgehaald, dan komen de kosten voor het vereiste koelen vanaf drie uur na overlijden en het verblijf in het mortuarium voor rekening van nabestaanden.

 

Als nabestaanden de mortuariumbeheerder opdracht geven tot wenselijke zorg, dan komen deze altijd voor hun rekening.

Om hygiënische redenen én ter conservering van het lichaam dient het lichaam uiterlijk drie uur na het tijdstip van overlijden gekoeld te worden. Deze 3-uurstermijn is vastgesteld door een wetenschappelijke commissie van specialisten en materiedeskundigen. De mortuariumbeheerder start dus met koelen binnen drie uur na overlijden, ook als hij daartoe geen opdracht heeft ontvangen van de nabestaande. De kosten die hieraan verbonden zijn inclusief de verblijfskosten in het mortuarium en komen voor rekening van de nabestaande.

Het lichaam van een overledene moet vanwege hygiënische redenen én ter conservering van het lichaam gekoeld worden binnen drie uur na tijdstip overlijden. Deze 3 uurs termijn is vastgesteld door pathologen en materiedeskundigen van orgaandonatie. Deze koelingskosten komen voor rekening van de nabestaanden zonder dat daarvoor een specifieke opdracht is gegeven door nabestaanden. In de meeste gevallen worden deze kosten verrekend via de uitvaartverzorger die de nabestaanden gekozen hebben.

Nabestaanden bepalen wie de zorg na overlijden verleent en zijn altijd vrij zijn in hun keuze voor een uitvaartondernemer. Mortuariumbeheerder en medewerkers van een zorginstelling mogen een lijst met uitvaartondernemingen in de regio overhandigen, maar zij mogen hierover niet adviseren. Indien het mortuarium wordt beheerd door een uitvaartondernemer mag deze niet vragen om de opdracht voor het verzorgen van de uitvaart.

De politie geeft opdracht om het lichaam naar een forensisch mortuarium te brengen. Daar wordt onderzocht wat de doodsoorzaak is. In het geval van een misdrijf of ongeluk spreken we over een niet-natuurlijke dood. De officier van justitie moet eerst een zogenaamde verklaring van geen bezwaar afgeven, voor het lichaam verzorgd mag worden en de nabestaanden de overledene kunnen bezoeken.

De mortuariumbeheerder factureert de kosten – gemaakt tot aan het moment van vrijgeven van het stoffelijke overschot – aan de politie of gemeente. Kosten die na afgifte van de verklaring van geen bezwaar door de Officier van Justitie gemaakt worden, komen voor rekening van de nabestaanden. Bij vervoer naar het Nederlands Forensisch Instituut worden de kosten voor het retourtransport vergoed door de politie.

Zodra het lichaam is vrijgegeven, geldt de gebruikelijke procedure. Bij een thuisopbaring kan het lichaam van de overledene meteen naar huis worden overgebracht en daar worden verzorgd. De nabestaande kan ook kiezen voor verzorging, opbaren in een uitvaartcentrum van zijn keuze.

Een arts (lijkschouwer) onderzoekt de doodsoorzaak. Gaat het om een natuurlijk overlijden dan mogen nabestaanden direct bij de overledene en deze in overleg met de mortuariumbeheerder en of uitvaartverzorger laten verzorgen, overbrengen (bijvoorbeeld naar huis of een rouwcentrum) en opbaren. De kosten van de overbrenging naar het mortuarium en het verblijf daar zijn voor rekening van de nabestaanden.
Gaat het om een niet-natuurlijk overlijden dan mag er pas gehandeld worden nadat de verklaring van geen bezwaar is afgegeven door de Officier van Justitie. De mortuariumbeheerder factureert de kosten aan de politie: hij treedt als zaakwaarnemer op. Zodra het lichaam is vrijgegeven, is de nabestaande verantwoordelijk voor het stoffelijk overschot en geldt de procedure zoals hierboven omschreven.
Indien een stoffelijk overschot naar het Nederlands Forensisch Instituut wordt overgebracht dan komen de transportkosten, vice versa, voor rekening van de politie.
Zie voor meer informatie het overzicht kostenverdeling op de website van VNG.

Heeft u vragen?

Kom in contact

Actualiteit

De laatste ontwikkelingen in en omtrent mortuariumzorg

Brancheorganisatie voor Postmortale Zorg gaat definitief verder als Stille Zorg

Na zorgvuldige reflectie en dialoog, kondigt de voormalige Vereniging van mortuariumbeheerders...

Contactgegevens
Contacts

Heeft u vragen?
Neem gerust contact met ons op.

Locatie

Postbus 24098
3502 MB Utrecht

Telefoonnummer

(085) 049 73 94

E-mail

info@bopmz.nl

Kom in contact

Heeft u vragen, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Bovenstaand treft u aan hoe u ons kunt bereiken. U kunt ook het contactformulier invullen.